• Meer weten? Bel 088 - 57 90 057

Monthly Archives :

september 2017

Corruptie Rotterdamse haven is sleutel tot drugsinstroom

Corruptie Rotterdamse haven is sleutel tot drugsinstroom 150 150 integriteit.nl

Opnieuw is de Rotterdamse haven ernstig in verlegenheid gebracht door een corruptieschandaal. Een medewerker van een overslagbedrijf is vorige week opgepakt omdat hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de smokkel van 363 kilo cocaïne. Het is al lang geen uitzondering meer, dit jaar werden al drie personen op sleutelposities in de haven opgepakt. Woensdagavond viel een arrestatie-eenheid het kantoor binnen van een 43-jarige man uit Rozenburg, terwijl hij achter zijn computer zat. De politie kon zo precies zien met welke containers hij bezig was, want de man had vanwege zijn functie informatie over de locatie van containers met drugs. Vermoedelijk is hij betrokken bij grootschalige handel.

Keer op keer duiken ernstige lekken op in de haven van Rotterdam. Eerder dit jaar werden medewerkers van een containeropslag samen met een ladingsinspecteur gepakt voor smokkel. Daarnaast zijn er enkele tientallen ‘uithalers’ gepakt: mannen die, soms met valse passen, het terrein op sluipen om cocaïne uit containers te halen. Door de 100-procentscontrole op lijnvluchten van Suriname en de Antillen naar Schiphol is het belang van de Rotterdamse haven voor cocaïne-smokkelaars de laatste jaren toegenomen. Jaarlijks wordt er in Nederland zo’n dertig ton cocaïne ingevoerd, waarvan tweederde via de haven. Naar schatting komt een kwart van de in West- en CentraalEuropa geconsumeerde cocaïne binnen via de haven van Rotterdam.

“Voor de douane is het als zoeken naar een naald in een hooiberg”, aldus Damian Zaitch. Hij is sinds 2009 verbonden aan de Universiteit van Utrecht en gepromoveerd op de cocaïnesmokkel van Colombia naar Nederland. “Dat zoeken gebeurt vooral met het opstellen van een risico-analyse, bijvoorbeeld op basis van de herkomst van een schip, het soort goederen dat wordt vervoerd of de reputatie van een reder. Vervolgens worden er steekproefsgewijs containers gescand – een minieme fractie van het importvolume”.

De sleutel tot het ‘succes’ van de smokkelaars vormt het havenpersoneel. Voor hen kan het aanlokkelijk zijn om te helpen bij het aan wal brengen van drugs. Met het uitlenen van een toegangspas tot het terrein waar de containers staan kan grof geld verdiend worden. “Die pasjes worden voor vijfduizend tot achtduizend euro per dag tijdelijk overhandigd. Werknemers van containerterminals lenen hun pasjes uit als ze zelf niet aan het werk zijn. Na de ‘rip-off’ krijgen ze hun pasje weer terug”, aldus Zaitch. Wie eenmaal zijn pas heeft uitgeleend of op een andere manier heeft meegewerkt, zit vast in de klauwen van een criminele organisatie: je bent chantabel geworden. Om werknemers op de risico’s te wijzen, werken bedrijven en opsporingsdiensten met elkaar samen in het project ‘Veilige Haven’. Het programma richt zich niet alleen op technische voorzieningen, maar ook op het vergroten van de bewustwording bij werknemers van alle bedrijven die werkzaam zijn in het havengebied. Bedrijven trekken aan de bel als personeel vaak buiten de diensturen op de terminal is. Toch blijft het onderscheppen van drugs moeilijk. Zo kan slechts een fractie van alle combinatie van alle containers in de haven worden gescand. Dat heeft te maken met de ernstige onderbezetting in het havengebied, zoals een medewerker tegenover EenVandaag (AVRO/TROS) vertelde. Het haven-gebied is te groot om te bewaken met het beperkte personeel van zeven bewakers. “We doen het hele haven-gebied met zijn zevenen, puur in de nacht. Een gebied van meer dan 50 kilometer lang, aan beide zijden van de Maas. Dat is niet te doen”, aldus de medewerker.

Het is wel de bedoeling om honderden camera’s te plaatsen in het havengebied, maar er is meer nodig om de integriteit te verhogen. Er zou grootschalig onderzoek naar corruptie moeten worden ingesteld, opsporing moet worden uitgebreid, de informatie moet op orde worden gebracht en er moeten garanties komen voor een betere bestrijding van georganiseerde misdaad, zoals ondermijning. De veroordeling tot 14 jaar gevangenisstraf van Gerrit G. die tussen 2013 en 2015 containers doorliet in de haven is meer symbolisch dan dat er op grote schaal schoon schip wordt gemaakt.

Het is voor de douane in ieder van het hoogste belang te werken aan het verbeteren van de integriteit van haar personeel. Door de positie van Nederland als hét drugsdoorvoer- en productieland van Europa is de haven van Rotterdam – een van de grootste overslagpunten ter wereld en de grootste haven van Europa – een hele kwetsbare in- en uitgang voor corrupte praktijken. Uit de grootschalige drugssmokkel en wijdverbreide corruptie in de haven blijkt dat de zwakke schakel in het hele traject de mensen zijn die er werken, waar criminelen met veel geld dankbaar gebruik van maken. De crux zit dus bij de medewerkers. Hoe gedegen de beveiliging en opsporing ook is, omkoping en corruptie blijven criminelen toegang en uitgang geven op het haventerrein.

Job de Haan, redacteur Integriteit.nl

De Nationale Politie moet ‘ad fundum’

De Nationale Politie moet ‘ad fundum’ 150 150 integriteit.nl

Niet alleen op St.-Maarten raasde er de afgelopen tijd een orkaan, ook de negatieve berichten over de Nationale Politie zorgden voor code rood. Het begon met het rapport van de commissie-Ruys over het geld-schandaal van de Centrale Ondernemingsraad. Toen kwam onderzoeksbureau Motivaction met de mededeling dat het imago van de politie zo slecht is dat jongeren er niet meer willen werken. Vervolgens brachten de vakbonden naar buiten dat de corpsleiding slecht voor zieke agenten zorgt. En als klap op de vuurpijl was daar het WODC, het kenniscentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie, met de constatering dat de screening van agenten onder de maat is, corruptie daardoor regelmatig voorkomt en agenten met een migratie-achtergrond daarbij relatief hoger scoren. En deze orkaan gaat voorlopig niet liggen.

Volgens korpschef Erik Akerboom in NRC-Handelsblad gaan er nog veel meer “nare dingen” naar buiten, want er lopen nog zo’n honderd onderzoeken naar wat er misgaat bij de politie. Met andere woorden: de gifbeker is nog lang niet leeg, deze moet tot op de bodem worden leeggedronken. Volgens Akerboom komt alle (terechte) kritiek op de politie neer op één van zijn belangrijkste thema’s: integriteit of liever, het gebrek daaraan.

De Commissie-Ruys oordeelde hard over de politiecultuur, waarin geldsmijterij jarenlang op grote schaal kon plaatsvinden zonder dat dit werd gecorrigeerd. De korpsleiding, met name ex-korpschef Gerard Bouman, zag het gebeuren, maar greep niet in. Maar ook onderling zag men van alles door de vingers. Een van de pijnlijkste constateringen van het rapport-Ruys is dat “collega’s aanspreken over norm overschrijdend gedrag slecht ontwikkeld is bij de politie”. Daarom worden er sinds enkele maanden op de Politieacademie met 800 leidinggevenden gesprekken gevoerd over omgangsvormen en integriteit. Niet dat dit genoeg is, aldus Akerboom, maar het is een noodzakelijk begin: men moet met elkaar het gesprek aangaan. Of, zoals hij eerder dit jaar in een interview zei: “Integriteit is meer dan je houden aan de wet. Het gaat ook over zorgvuldig omgaan met informatie, bevoegdheden en gemeenschapsgeld en het gaat over omgangsvormen. Je moet verantwoordelijkheid kunnen en willen afleggen over je doen en laten.” Volgens Akerboom ligt het probleem o.a. bij een verkeerd begrepen loyaliteit binnen de politie: “Loyaliteit is juist dat je een ander behoedt voor het maken van een integriteitsfout”.

Ook NRC-columnist Bas Heijne wees een half jaar geleden op de werking van groepsloyaliteit, toen hij het begrip ‘moraal’ onder de loep nam naar aanleiding van oud-VVD-voorzitter Henry Keizer die in opspraak kwam toen bleek dat hij een miljoenenbedrijf aan zichzelf had verkocht voor een habbekrats. Heijne: “Het is goed mogelijk: voor veel mensen – of misschien moet ik zeggen: mannen – heeft moraal niets te maken met de eigen mores. Je doet iets omdat de mensen in je omgeving, de mensen waar je je aan spiegelt, ook zo doen. Dat is wat Hannah Arendt eigenlijk bedoelde, stelt filosoof Bettina Stangneth in haar polemische essay Het kwade denken, met haar omstreden frase „de banaliteit van het kwaad”. Bepalen wat je goed en juist vindt, leg je in handen van de groep, een „wij”, zodat je zelf niet meer hoeft te wikken en wegen. Dat kan om grote of kleine zaken gaan. Zodra je je gedekt weet, is het goed. Het gaat niet langer om wat goed is in algemene zin – het gaat om wat goed voor jou en de jouwen is. Moraal is immers koud en abstract, je omgeving is warm en concreet. Veel mensen zouden precies hetzelfde gedaan hebben, het was gewoon „een goede deal”, aldus Heijne.

Een andere stem is die van de management- en organisatieadviseur Rijk Binnekamp: “De kern van integriteit zit in intrinsieke betrouwbaarheid. Intrinsieke betrouwbaarheid komt voort uit je waarden. Waarden zijn je idealen, je streefdoelen. Het zijn je innerlijke overtuigingen die in je gedrag zichtbaar worden. Elke waarde vormt een richtsnoer voor je denken en handelen. Je waarden zijn als een kompas. Een kompas geeft je richting en houd je op koers tijdens het reizen. Je waarden hebben dezelfde functie. Je gebruikt ze om te bepalen welke richting je op wilt met je leven. Integriteit is niet eenvoudig te vangen in regels, want het gaat verder dan het eenvoudigweg naleven van regels. Het hangt ook samen met de omstandigheden. Niemand raakt onmiddellijk van de leg als een 45-jarige man dronken door het uitgaansgebied loopt. Het wordt anders wanneer deze man de burgemeester blijkt te zijn” aldus Binnekamp.
Zo is het ook met het zonnekoning gedrag van COR-voorzitter Frank Giltay: zolang hij de ruimte kreeg om met geld te smijten, zijn collega’s ervan profiteerden en zijn direct leiding-gevende hem niet op de vingers tikte, was zijn handelwijze gedekt en gesanctioneerd.

Opnieuw Binnekamp: “Integriteit is op twee manieren te benaderen, via een negatief en een positief integriteitsconcept. De negatieve benadering is eenvoudigweg zwart-wit. Zolang er geen sprake is van fraude, diefstal, corruptie of ander crimineel gedrag is er niets aan de hand. Dit is de reactieve benadering waarbij er achteraf aangifte wordt gedaan als er wel strafbare feiten zijn gepleegd. De positieve is een meer proactieve benadering. Die gaat uit van professionaliteit en vertrouwen op basis van normen en waarden. En over welke waarden je belangrijk vindt zal je dan wel diepgaand nagedacht moeten hebben.” Tot zover Binnekamp.

Wat opvalt in de visies van zowel Akerboom, Heijne als Binnekamp is dat zij veel fiducie hebben in het individueel begeleiden en “opvoeden” van politie-agenten en hen onder en met elkaar te laten praten over de vraag hoe integriteit er in de praktijk uit zou kunnen en moeten zien. In twee kernbegrippen: sociale controle en mentaliteitsverandering. Maar de vraag is of het politiecorps het daarmee redt. In het laatst verschenen exemplaar van Justitiële Verkenningen, gewijd aan de politie, zet de externe consultant Walter Landman, na jaren onderzoek bij de politie, die benadering op losse schroeven. De schaalvergroting en concentratie bij de politie hebben gezorgd voor ‘anonimisering’ in de onderlinge relaties, schrijft hij. Men kent elkaar en dus ook elkaars kwaliteiten minder goed. De afstand tot de leiding is gegroeid. Het probleem is structureel – door de scheiding van functies, bijvoorbeeld tussen recherche en informatievoorziening, kost effectieve samenwerking veel meer moeite. Landman constateert ‘gevoelens van onmacht’, zowel bij het kader als op de werkvloer. Ook is er sprake van ‘onteigening’, ofwel minder betrokkenheid bij de organisatie, gevolgd door ‘fatalisme’ en ‘desinteresse’ op de werkvloer. Alles bijeen dringt de vraag zich op of de Nationale Politie een stap vooruit was. Of achteruit. Het begint op het laatste te lijken, aldus Landman.

Als dat de voedingsbodem is waarop een herwaardering van normen en waarden moet gaan ontstaan, een groeiend bewustzijn van wat integer handelen in de praktijk is en het kweken van een moraal waarbij men zijn collega wel aanspreekt op norm overschrijdend gedrag, dan is de bodem van de gifbeker nog lang niet in zicht.

Job de Haan, redacteur Integriteit.nl