• Meer weten? Bel 088 - 57 90 057

Monthly Archives :

februari 2017

Screening kandidaten politieke partijen harde noodzaak

Screening kandidaten politieke partijen harde noodzaak 150 150 integriteit.nl

Als zich bij jouw partij een kandidaat volksvertegenwoordiger aanmeldt, is het van uiterst wenselijk tot onontbeerlijk dat deze van onbesproken gedrag is. Dat wil zeggen: hij heeft zelf of zijn naaste omgeving geen crimineel verleden, in zijn cv staan geen zaken opgenoemd die niet kloppen, hij liegt niet over zijn arbeidsverleden of diploma’s, heeft geen verslavingsprobleem enz. De vraag is hoe een partij er achter kan komen of iemand politiek gesproken ‘brandschoon’ is. Uit een recente representatieve steekproef van NRC blijkt dat een onder gevestigde en nieuwe partijen voor de Tweede Kamer daar nauwelijks onderzoek naar wordt gedaan.

Het enige dat men verlangt is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en een paar stevige sollicitatie- gesprekken. Alleen VoorNederland (VNL) schakelde voor 40.000 euro een bedrijfsrecherchebureau in om twaalf kandidaten door te lichten, op grond waarvan er twee afvielen. De reden dat andere partijen dit niet doen is volgens eigen zeggen: ‘te duur’ of ‘overbodig’. Toch is  zo’n controle de moeite en de kosten waard: De afgelopen vier jaar vertrokken vijf Tweede Kamerleden na fraude of wangedrag, acht splitsten zich af van bestaande partijen en ‘roofden’ een zetel van hun eigen partij, omdat ze lid bleven van het parlement onder hun eigen naam. Dat is niet iets waar politieke partijen op zitten te wachten.

Daar bovenop kwam ook nog een waarschuwing van de Nationaal Coördinator Terrorisme- bestrijding als zou Rusland proberen om politici in Nederland te beïnvloeden. Maar niet alleen landelijke partijen zijn gebaat met kandidaten die op alle niveaus van onbesproken gedrag zijn, dat geldt evenzeer voor de lokale politiek. Het is dan ook een frappant dat terwijl de partijen hun kandidatenlijsten voor het parlement voor één februari moesten inleveren, het ministerie van Binnenlandse Zaken twee weken later naar buiten komt met de Handreiking integriteitstoetsing kandidaten voor decentrale politieke partijen.

De handreiking heeft tot doel “om de kwaliteit van de integriteitstoetsing van kandidaten voor volksvertegenwoordigende en bestuurlijke functies te verbeteren”, zoals verantwoordelijk minister Ronald Plasterk schrijft. Zij bevat een handzame toolbox, een overzicht van methoden die de wervings- en selectiecommissies van politieke partijen kunnen benutten bij het toetsen van de integriteit van en het verbeteren van het bewustzijn over de integriteitsrisico’s bij potentiële kandidaten. Dit gaat onder meer om een leidraad integriteit ten behoeve van selectiegesprekken en zogeheten dilemmakaarten integriteit politieke ambtsdragers.

Reactie Job de Haan Integriteit.nl: Het screenen en doorlichten van kandidaten is een even noodzakelijke als precaire aangelegenheid. Om bij dat laatste aan te sluiten: politiek bedrijven is intensief met gelijkgestemden samenwerken voor de idealen die je met elkaar deelt. Sleutelwoord daarbij is: vertrouwen. Screening, controle, doorlichten zijn begrippen die juist op gespannen voet staan met dat vertrouwen. Wie de kandidaat niet alleen op zijn of haar woord gelooft – wat politiek gesproken verstandig mag zijn – loopt het risico dat de kandidaat zich geschoffeerd en onheus behandeld voelt. Het gaat hierbij dus om het goede evenwicht te vinden tussen wat schadelijk voor de partij zou kunnen zijn of schadelijk voor de omgang met de beoogde vertegenwoordiger.

Eén zo’n netelige kwestie die zich in dat verband aandient, is die van de neven- functies van een kandidaat voor de gemeenteraad of kandidaat-wethouder/ burgemeester. Afgelopen week publiceerde De Groene Amsterdammer een onthullend onderzoek onder alle gemeenten in Nederland waarvan ruim 80% antwoord gaf op de bijbanen van de gemeentelijke bestuurders. Dan blijkt: Burgemeesters hebben gemiddeld 8,6 bestuurlijke bijbanen en dan gaat het om bijbanen die ambtshalve uit hun functie voortvloeien. Dan valt te denken aan het voorzitterschap van een veiligheidsregio of het beschermheerschap van de lokale sportclub. Dan hebben burgemeesters ook gemiddeld 3,6 bijbanen in privé-tijd.

De doorsnee wethouder heeft ambtshalve 5,1  nevenfuncties en 1,3 bijbanen op persoonlijke titel. Eén op de tien voltijdwethouders heeft een of meer betaalde bijbanen, tegenover een kwart van de burgemeesters. Laatstgenoemden verdienden daarmee een totaalbedrag van ruim één miljoen euro, de wethouders met een voltijd dienstverband verdienden bij elkaar voor 3,5 ton bij. Zulke getallen geven al snel een negatieve indruk die op zich niet terecht is, zoals bestuurskundige Marcel Boogers van de Universiteit Twente stelt: ‘Nevenfuncties geven toegang tot nieuwe netwerken en bieden ontwikkelmogelijkheden. Dat kan de bestuurlijke taken ook juist ten goede komen. Bovendien verkleint het de kans dat ontslagen bestuurders lang gebruik moeten maken van wachtgeldregelingen omdat ze geen nieuwe baan vinden.’

Ook moeten burgemeesters en wethouders sinds 2010 jaarlijks hun neveninkomsten doorgeven aan het ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties (BZK). Ambtenaren op het ministerie controleren of ze niet meer dan veertien procent van hun bestuurderssalaris bijverdienen. Komen ze daarboven dan worden ze extra aangeslagen. De meeste burgemeesters hebben betaalde bijbanen bij organisaties in de semi-publieke sector (69 procent), gevolgd door het maatschappelijk middenveld (13 procent) en de private sector (18 procent). Vaak gaat het om toezichthoudende functies, vooral de zorgsector is populair. Een kwart van de betaalde bijbanen vervullen burgemeesters bijvoorbeeld als toezichthouder van een ziekenhuis of verslavingszorginstelling.

Toch leveren de getallen en percentages een voorstelbaar beeld op wanneer ingezoomd wordt op concrete casussen. CDA-burgemeester Ton Rombouts van Den Bosch is niet alleen de langst zittende burgemeester van het land, maar ook de grootverdiener onder zijn beroepsgroep. Hij ontving 84.870 euro aan salaris en vergoedingen. Burgemeester Toon van Asseldonk van Overbetuwe had de lucratiefste bijbaan onder de burgemeesters. Als penningmeester van de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen in Willemstad ontving hij 30.000 euro. Hier een staatje over de lokale bestuurders met de meeste nevenfuncties:

Aantal bijbanen burgemeesters:

  • Eindhoven, Rob van Gijzel* (PvdA)       61
  • Rotterdam, Ahmed Aboutaleb (PvdA)   61
  • Maastricht, Onno Hoes* (VVD)             47
  • Kerkrade, Jos Som (CDA)                      45
  • Utrecht, Jan van Zanen (VVD)              43

* inmiddels afgetreden

Aantal bijbanen wethouders:

  • Venray, Jan Loonen (CDA)                   71
  • Lingewaal, Griedo Bel (PvdA)              33
  • Deventer, Liesbeth Grijsen (Lokaal)    30
  • Echt-Susteren, Geert Frische (CDA)    29
  • Sittard-Geleen, P. Meekels (GOB)       29

Good News, Bad News

Good News, Bad News 150 150 integriteit.nl

2016 was geen goed jaar voor lokale politici en met name voor de lokale wethouders. Daarmee hoort zij tot de drie zwartste jaren sinds de invoering van het dualisme op gemeente niveau in 2002. En het is het zwartste in de afgelopen vijf jaar, aldus Binnenlands Bestuur, journalistiek platform voor hoger opgeleide ambtenaren en bestuurders op internet.

Oorzaak: politieke vertrouwensbreuken en/of verstoorde relaties tussen B&W en (een gedeelte van) de gemeenteraad. Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door De Collegetafel, een kennis-platform van informatie, advies en debat over de bestuurlijke vraagstukken op de lokale en provinciale collegetafel, en over de bestuurders en topambtenaren die actief zijn aan en rondom deze collegetafels. Bovendien was Binnenlands Bestuur opdrachtgever voor het onderzoek. Belangrijke oorzaken van het politiek ten val komen op lokaal niveau is de versplintering in de gemeente-politiek en de stijl van besturen van de wethouder.

Tot zover het slechte nieuws, want de derde oorzaak zijn de gevallen van integriteit en belangenverstrengeling en die leveren goed nieuws op. Werd in 2014 van de coalitiebreuken 33% veroorzaakt door een geval van belangenverstrengeling of de verdenking van integriteit, in 2015 was dat gedaald tot 17% en vorig jaar verder naar 12%. In vijftien gemeenten moest de wethouder vertrekken vanwege de onvrede over zijn of haar manier van werken of omdat de wethouder naliet de gemeenteraad op tijd te informeren.

Niet-integer gedrag kostte in tien gemeenten de wethouder zijn ambt. Dan was er nog een oorzaak die voor een record aantal van 46 aftredende wethouders zorgde: gezondheid of om persoonlijke redenen zoals de zwaarte van het ambt. Wat opvalt bij specificatie van en uitsplitsing naar politieke partijen is dat de afgetreden wethouders keurig verdeeld worden over de traditionele landelijke partijen, met één grote uitzondering: de Socialistische Partij, waarvan geen enkele wethouder het afgelopen jaar het politieke veld heeft hoeven ruimen. De vijfde partij van Nederland is na de verkiezingswinst voor de gemeenteraden in 2014 ook op lokaal niveau doorgebroken en heeft zitting genomen in het bestuur van vele gemeenten, waarvan dat van Amsterdam het meest opmerkelijke is.

Reactie Job de Haan Integriteit.nl: de uitslag van het onderzoek wordt door opdrachtgever Binnenlands Bestuur als negatief beschouwd en 2016 wordt zelfs gecategoriseerd tot een zwart jaar voor lokale wethouders. Reden is het grote aantal wethouders dat om welke reden dan ook gedwongen moest vertrekken. Dat is één manier om er tegenaan te kijken. Je kunt ook zeggen, dat de wet op het dualisme die vijftien jaar geleden werd ingevoerd haar werk uitstekend heeft gedaan. Die wet kwam er om de afstand van de gemeenteraad tot B&W groter te maken, inclusief de wethouders van de eigen partij die in het college zitting hebben. Met andere woorden het democratische proces heeft zijn werk goed gedaan en dat is winst voor de lokale politiek waar zo vaak kritiek op wordt geuit in de trant van handjeklap en onder één hoedje spelen tussen raads- leden en wethouders. Een andere verheugende uitkomst is dat de gevallen van belangenverstrengeling en niet- integer handelen, als oorzaak voor de val van een wethouder, spectaculair zijn gedaald van 33% naar 12% in de laatste drie jaar.