• Meer weten? Bel 088 - 57 90 057

Monthly Archives :

oktober 2017

Worden inhuurkrachten onder de tafel door woningcorporaties betaald?

Worden inhuurkrachten onder de tafel door woningcorporaties betaald? 150 150 integriteit.nl

“In de sector van woningcorporaties zijn diverse netwerken actief van professionals voor de inhuur van personeel op terreinen als vastgoed, financiën en volkshuisvesting. Wij hebben meerdere specifieke signalen ontvangen van corporaties en ook bij het Meldpunt Integriteit Woningcorporaties dat deze net-werken over hun verdienmodel mogelijk onvoldoende transparant zouden zijn.” Aldus een brief, begin deze maand, van de Autoriteit woningcorporaties (Aw), toezichthouder op de 338 woningcorporaties in Nederland. In die brief kondigt de Aw aan dat men een onderzoek instelt naar het intern verstrekken van opdrachten binnen de corporaties. Dit op grond van genoemde signalen die “het aanzien van en het vertrouwen in de sector, in brede zin, kunnen schaden”. Om hoeveel signalen het gaat, wil men niet zeggen.

Wat is de kwestie? Corporaties huren vaak interim-deskundigen in die expertise meebrengen op het gebied van regelgeving, financiën enz. Toezichthouder Aw vermoedt dat deze ingehuurde professionals mogelijk ‘aanbrengvergoedingen’ krijgen van mensen aan wie zij weer opdrachten verstrekken. Binnen het netwerk van deze beroepsgroep zouden hierover in het geheim afspraken worden gemaakt. Bovendien zouden deze interim bestuurders collega’s inhuren zonder dat daarbij de voorgeschreven selectieprocedures worden gevolgd. Dit soort praktijken dragen het risico in zich dat deze professionals niet uitsluitend in het belang van de corporatie werken, maar ook beslissingen nemen waar zij zelf beter van worden. Of, zoals de toezicht-houder schrijft: “Aanbrengvergoedingen ondergraven het integriteitsbeleid van de corporaties en zorgen ervoor dat de onafhankelijke besluitvorming bij het inhuren van personeel in het geding is”.

Directe aanleiding voor het onderzoek is de schorsing van Klaas Franken, een van de bestuurders van Vidomes, een middelgrote corporatie met 18.000 woningen in de regio ten oosten van Den Haag. De Raad van Commissarissen van Vidomes (RvC) is eind augustus een feitenonderzoek gestart dat in het bijzonder de periode 2014/2015 betreft, voordat Franken bestuurder werd bij Vidomes. In deze periode was Franken door Vidomes ingehuurd als interim manager. Het onderzoek richt zich op de aard van de betrokkenheid van Franken bij het inhuren van personeel door Vidomes, op zogeheten ‘aanbrengvergoedingen’ die Franken daarvoor mogelijk van ingehuurde medewerkers heeft ontvangen en op de transparantie daarover. Overigens heeft Franken deze zaak zelf bij de RvC aangekaart.

In de wereld van de woningcorporaties zijn er veel bureaus actief die bemiddelen bij het inhuren van professionals. Eén van die bureaus is Atrivé. In Trouw noemt directeur Gerrit van Vegchel van Atrivé het ontvangen van aanbrengvergoedingen ‘pervers’. Hij vindt dat interim bestuurders die zijn bemiddeld door een bepaald bureau en aanbrengvergoedingen krijgen, dat bij zo’n bureau ingegrepen moet worden. “Wij maken vooraf afspraken over welke dienst we verlenen en voor welke prijs. Daarin passen zeker geen afspraken over incentives bij de inhuur van adviseurs of interims van ons bureau. Dat is not done”, aldus Van Veghel.

Reactie Job de Haan van Integriteit.nl:
Om bovenstaande in perspectief te plaatsen, moeten we terug naar oktober 2014. Toen kwam het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties naar buiten over de opzet en het functioneren van het stelsel van woningcorporaties. Zie hier de beerput die toen openging: De commissie stuitte op mismanagement, manipulatie, het achterhouden van informatie aan toezichthouders, zelfoverschatting en belangenverstrengeling. Directeuren dachten dat ze alles konden maken en hebben “soms op grove wijze gefaald” en het in hen gestelde maatschappelijke vertrouwen beschaamd, stelt de enquêtecommissie vast. Zelfreflectie of spijt is echter nog amper aan de orde.

De leden van de enquêtecommissie stuitten tijdens hun onderzoek op opmerkelijke investeringen. Een jachthaven, voetbalstadion, ziekenhuis, festivals, weidevogelgebied, cruiseschip en een vakantie voor de huurders op Terschelling. Enkele ‘zijprojectjes’ waar de cowboys van de Nederlandse woningcorporaties sinds de privatisering in de jaren negentig de huuropbrengst in staken. De topmannen van Vestia, Rochdale, Woonbron en andere instellingen konden jarenlang hun gang gaan.

Kortom, de commissie kwam tot de schokkende conclusie dat integriteit, transparantie en good governance op grote schaal met voeten werden getreden. De belangrijkste aanbevelingen waren dan ook dat het gedrag van de bestuurders moest verbeteren, fraude en zelfverrijking hard moesten worden aangepakt en integriteit vaker moest worden doorgelicht. Verder moest good governance versterkt worden, er moest één centrale toezichthouder komen, een onafhankelijke Woonautoriteit en de Raad van Commissarissen moest meer macht krijgen. En dat lijkt nu, precies drie jaar later, vruchten af te gaan werpen. De Autoriteit Woningcorporaties kondigt aan een onderzoek in te stellen naar het heimelijk betalen van inhuurkrachten op grond van diverse signalen uit het veld en de directe aanleiding voor dat onderzoek is de schorsing door de RvC van Vidomes van één van de bestuurders van de corporatie. Op het eerste gezicht zou men kunnen vermoeden dat er ondanks de uitkomsten en aanbevelingen van het parlementaire rapport uit 2104 zich er toch weer nieuwe uitwassen hebben voorgedaan binnen de sector van woningcorporaties. Het is echter net zo goed mogelijk dat juist die aanbevelingen en de indertijd gewenste cultuuromslag er juist voor hebben gezorgd dat signalen en meldingen van misstanden eindelijk worden opgepikt en adequaat behandeld, namelijk middels een onderzoek waaruit moet blijken wat er waar is van de berichten over ‘aanbrengvergoedingen’ en de heimelijke afspraken over het betalen van deskundigen door interim bestuurders. De toekomst zal uitwijzen welk van deze twee opties uiteindelijk de juiste zal zijn.

Ethisch leidinggeven gaat niet vanzelf

Ethisch leidinggeven gaat niet vanzelf 150 150 integriteit.nl

Ze denken dat ze een duidelijk voorbeeld zijn en genoeg ethische sturing geven, maar medewerkers beleven dat heel anders. Topambtenaren moeten daarom meer moeite doen om zichtbaar te zijn als voorbeeldfiguur, zich vaker en explicieter uitlaten over integriteit en actiever leiding geven aan het integriteitsbeleid. Met andere woorden: de leiding van een bedrijf of organisatie  moet dus wanneer het om integriteit gaat zowel de juiste toon aanslaan als het in eigen gedrag laten zien.

Ziedaar de belangrijkste conclusies uit het onderzoek Tonen van de Top dat dr. Leonie Heres (Radboud Universiteit en Universiteit Utrecht) in opdracht van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) heeft uitgevoerd. Leonie Heres: ‘Vaak denken topambtenaren dat ze door hun persoonlijke integriteit vanzelf al het goede voorbeeld geven. Maar daarmee overschatten ze hun eigen zichtbaarheid en hoe hun gedrag overkomt op medewerkers. De beeldvorming over het moreel leiderschap aan de top wordt door veel factoren beïnvloed en is eerder negatief dan positief. Zo leidt alle media-aandacht voor integriteits- schendingen, zoals bij de Teeven-deal, regelmatig tot het beeld dat ‘de top’ als geheel niet integer is. Topmanagers staan daarmee op voorhand 2-0 achter. Waar medewerkers een gebrek aan ethisch leiderschap ervaren is dat dus meestal niet een kwestie van kwade wil, maar eerder het gevolg van verkeerde beeldvorming en een misvatting bij topambtenaren over de meest effectieve management- strategie…’

Voorbeeldgedrag is een essentieel onderdeel van effectief ethisch leiderschap, zo onderschrijven ook de topambtenaren in het onderzoek. Maar verkeerde beeldvorming of een onbedoelde misstap zit in een klein hoekje. Het rapport geeft dan ook tal van aanbevelingen, waaronder:

  • zorg voor kritische tegenspraak in je directe omgeving en organiseer dat nadrukkelijk
  • laat je expliciet toetsen op blinde vlekken in je ethisch leiderschap
  • deel proactief je morele overwegingen èn inschattingsfouten met je medewerkers
  • wijk alleen in zeer uitzonderlijke situaties af van de regels en normen en licht uit eigen beweging toe waarom dat noodzakelijk was
  • organiseer juist in tijden van drukte of reorganisatie zinvolle interactie met je medewerkers
  • sta zo nu en dan stil bij de symboliek van materiële zaken zoals de grootte van de auto of van het gebouw, de omvang van de bedrijfsfeesten enz.

Het gesprek over integriteit is belangrijk genoeg om het in te bedden in de dagelijkse werkprocessen, zonder dat er integriteitmoeheid of integritisme optreedt.

  • bespreekbaarheid van morele dilemma’s en integriteitskwesties is gebaat bij verdere normalisering van het gesprek over integriteit, naast efficiency enz.
  • neem een open houding aan bij integriteitskwesties, maar hoed je voor ‘moraalridderschap’
  • maak een gedegen risico-analyse in de eigen organisatie en maak gebruik van casuïstiek en incidenten bij andere organisaties om de communicatie proactiever in te zetten
  • Leg daarbij meer nadruk op integer ‘handelen’ dan op ‘integer’ zijn

Optreden tegen schendingen is onontbeerlijk als het gaat om handhaven en bekrachtigen van integriteitsnormen. Daarbij zijn twee aspecten van vitaal belang: a. zorgvuldigheid van onderzoek, waarbij de straf proportioneel is en b. openheid en zichtbaarheid van het proces binnen de organisatie. Daarbij is het van belang om weerstand te bieden aan de druk van buiten om disproportioneel te straffen en eerlijk te bezien of medewerkers een tweede kans zouden moeten krijgen om het gedrag te verbeteren.

Reactie Job de Haan van Integriteit.nl:
Het rapport Tonen van de Top, de rol van ambtenaren in het integriteitsbeleid behelst dus primair de positie van topambtenaren, maar de resultaten zijn moeiteloos overdraagbaar op grote organisaties en bedrijven. Het levert een waardevolle bijdrage aan de vraag hoe de leiding van bedrijven en besturen van organisaties op een organische en effectieve manier het begrip integriteit in de bedrijfsvoering kunnen integreren. Daarbij speelt de top van de organisatie een cruciale rol. Integriteit speelt in deze tijd een dubbelzinnige rol. Enerzijds is het begrip in korte tijd volstrekt ingeburgerd en geaccepteerd geraakt, anderzijds ervaart men het als een fenomeen met zoveel haken en ogen dat men er meestal alleen in algemene (en dierbare) termen over spreekt, maar er ook om heen loopt zodra het handen en voeten moet krijgen. Dat laatste zorgt ervoor dat men over integriteit en de implicaties ervan pas gaat nadenken en discussiëren wanneer er op dat gebied zich een incident of calamiteit voordoet. Daarom is het lovenswaardig dat het rapport zozeer de nadruk legt op pro-actief optreden en organiseren. Ook het advies om de nadruk te leggen op integer ‘handelen’ en niet op wie integer ‘is’, voorkomt een hoop onnodige conflicten waarbij men elkaar de morele maat neemt. Met alle aandacht en nadruk die de laatste jaren (terecht) wordt gelegd op integriteit en transparantie, moeten we één ding niet vergeten. De incidenten en soms schandalen die op dit gebied in de publiciteit komen, mogen niet verhinderen dat het hier nog altijd om losstaande calamiteiten gaat. Transparency International, een internationale non-profitorganisatie die corruptie wereldwijd onderzoekt en in kaart brengt, plaatst de omvang van fraude en corruptie in Nederland in perspectief. Van de ruim 180 landen in de wereld die op de Corruptie-Index een plaats hebben, staat Nederland de laatste tien jaar in de top tien en over 2015 zelfs op de vijfde plaats. Slechts drie Scandinavische landen en Nieuw-Zeeland scoren gunstiger op het gebied van corruptie.

Dat impliceert dat organisaties veel meer ontspannen met integriteit en transparantie om zouden moeten gaan, zoals ook het rapport bepleit. Terecht stelt Tonen van de Top: Als we ethisch leiderschap willen versterken dat zal het antwoord gezocht moeten worden in zowel het bewustzijn en handelen van topambtenaren zelf (en van bestuurders van organisaties en bedrijven, JdH), als in de maatschappelijke, institutionele en organisatorische context waarin zij opereren.

Het rapport ‘Tonen van de Top’ is te downloaden via: http://www.uu.nl/nieuws/topambtenaren-overschatten-eigen-ethisch-leiderschap